Taal wordt gebruikt om te communiceren, via taal kan men ideeën overbrengen naar een ander. Als taalvaardigheden onvoldoende ontwikkeld zijn, is iemand beperkt in de communicatie. Taalproblemen kunnen zowel bij kinderen als volwassenen voorkomen. Bij kinderen kunnen we denken aan een vertraagde of afwijkende taalontwikkeling. Hierdoor ontstaat onbegrip in de communicatie. Bij volwassenen kunnen taalproblemen ontstaan ten gevolge van dementie, een hersenbloeding of CVA.
Er zijn verschillende vormen van taalproblemen:
Er is sprake van een taalstoornis wanneer een kind op taalgebied afwijkt of achterblijft t.o.v. leeftijdsgenoten. Taalproblemen kunnen zich voordoen binnen verschillende aspecten van de taal:
Bij problemen in de taalproductie heeft een kind bijvoorbeeld een kleine woordenschat en moeite met het formuleren van zinnen. De woordvorming is onvoldoende of het vervoegen van werkwoorden verloopt foutief. Zinnen formuleren of het vertellen van een verhaal verloopt bemoeilijkt; vertellen zonder begin-midden-eind, maar van de hak op de tak. Hiernaast kan een kind moeite hebben met het gebruiken van taal in de communicatie. Bijvoorbeeld: rekening houden met voorkennis van de luisteraar, het voeren van een gesprek.
Als er sprake is van een afwijkende of vertraagde spraakontwikkeling (TOS) is het belangrijk om deze zo vroeg mogelijk te signaleren. Een kind heeft van 0 tot 6 jaar een gevoelige periode voor het leren van taal. De manier waarop het kind taal leert is van grote invloed op de verdere leerontwikkeling. Door een vertraagde taalontwikkeling kunnen leerproblemen en sociaal-emotionele problemen ontstaan. Het kind kan al vanaf 1;5 jaar terecht bij de logopedist voor taalproblemen. Behandeling van een vertraagde taalontwikkeling leidt vaak tot een betere communicatie, met name wanneer de vertraagde taalontwikkeling op jonge leeftijd wordt onderkend en behandeld.
De logopedist bepaalt het taalniveau van het kind binnen alle deelgebieden van de taal. Zo wordt duidelijk met welke aspecten het kind precies moeite heeft. Deze aspecten worden getraind, zowel samen met het kind als met ouders. Dit is afhankelijk van de leeftijd van het kind.
Wanneer er sprake is van dyslexie heeft iemand moeite met het aanleren en/of vlot toepassen van lezen of spellen op woordniveau. Dit geeft problemen bij schoolse taken. Voordat kinderen leren lezen zijn er regelmatig problemen met de spraak/taalontwikkeling. Specifieke risicofactoren voor dyslexie kunnen door (gespecialiseerde) logopedisten worden gesignaleerd.
Een logopedist mag gediagnosticeerde dyslexie alleen behandelen als hij/zij geregistreerd is als dyslexiebehandelaar. Lees- en spellingsproblemen zonder diagnose of risicofactoren mogen wel behandeld worden door een allround logopedist. Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Goede begeleiding in een vroeg stadium (onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie niet voorkomen, maar wel de uitingsvorm ervan verkleinen.
Afasie is een taalstoornis, ontstaan door hersenletsel. Mogelijke oorzaken: CVA, ongeval, hersentumor. Afasie komt met name voor bij volwassenen en ouderen, maar ook kinderen kunnen hersenletsel oplopen met een afasie als gevolg. Afasie levert problemen op in de taal, het spreken, lezen en schrijven; dit verstoort de communicatie. De ernst en aard zijn afhankelijk van het letsel.
Voorbeeldproblematiek:
Het herstel van de spraak-taalproblemen vindt voornamelijk plaats in de eerste drie tot zes maanden na de beroerte. Logopedie is dan zeer belangrijk. De behandeling is gericht op de individuele problematiek; oefeningen om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook wordt de communicatie tussen de cliënt en zijn directe omgeving bevorderd. Eventueel met een communicatiehulpmiddel zoals een taalzakboek of gespreksboek.
Dementie wordt veroorzaakt door een stoornis in de hersenen met als kenmerk geheugenproblemen. De ziekte van Alzheimer is een veel voorkomende oorzaak. Taal- en/of spraakproblemen kunnen bij alle vormen van dementie voorkomen.
Mogelijke verschijnselen:
De behandeling is gericht op het zo optimaal mogelijk laten verlopen van de communicatie tussen de cliënt en zijn omgeving. De taal- en spraak worden, zover mogelijk, getraind. Hiernaast wordt er gebruik gemaakt van hulpmiddelen, zoals een agenda of ‘communicatieboek’.
Er is sprake van meertaligheid als kinderen tijdens hun ontwikkeling in aanraking komen met meer dan één taal. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen een taalachterstand in enkel de tweede taal, of een taalstoornis waarbij zowel de moedertaal als de tweede taal zijn aangedaan. Alleen wanneer beide talen een achterstand of afwijking laten zien, wordt logopedische behandeling vergoed.
De logopedist richt zich op het stimuleren van de spraak-taalontwikkeling in het Nederlands en, waar mogelijk, de moedertaal. Voor dit laatste is samenwerking met de omgeving vereist. Indien nodig, maakt de logopedist gebruik van een tolk.